
Gisteren, eerste Paasdag 2023, overleed Huub Oosterhuis.
Je realiseert je vandaag hoeveel je aan zijn liederen en
gedachten te danken hebt!
Dat wist je al wel, maar je was het nog niet zo sterk bewust.
Het doet ook vreemd aan: met name in 1979 beleefde ik
een moeilijke zomer na een verbroken vriendschap.
De liederen van Oosterhuis, te vinden op de LP/CD
Groter dan ons hart deden me toen veel,
en gaven waar ik zo sterk behoefte aan had
op m’n studentenkamer.
Alleen al het gelijknamige openingslied :
Gij die geroepen hebt ‘licht’
en het licht werd geboren,
en het was goed, het werd avond en morgen
tot op vandaag.
Gij die geroepen hebt ‘o mens’
en wij werden geboren,
Gij die mijn leven zo geleid hebt tot hiertoe
dat ik nog leef.’
hielp me door die maanden heen.
Wat muziek en zang dan aan je doet
waar geen woorden voor handen zijn!
De jaren die volgden brachten een sterke betrokkenheid
bij de Studentenecclesia aan het Amstelveld (in Amsterdam),
en vervolgens intensiever bij de Dominicuskerk (naast
onze werkkring en vrijwilligerswerk in onze Gereformeerde
wijkkerken).
Na de studententijd werd het directe contact met deze
liederen minder. Maar het was een uitdaging en vaak
een feest om ze in de kerkdiensten of gespreksgroepen
te introduceren en samen te zingen.
Het laatste lied van zijn hand dat we zongen was
gistermorgen, Eerste Paasdag, als slotlied van de
Dageraadsviering hier in de Maartenskerk:
‘De steppe zal bloeien’ (Liedboek 608),
daarom hier het laatste woord en het laatste couplet
aan dit lied:
De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan en onder stenen bedolven:
Dode, dode, sta op,
Het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken,
Een stem zal ons roepen:
Ik open hemel en aarde en afgrond
En wij zullen horen.
En wij zullen opstaan
En lachen en juichen en leven.