Tamar en Juda

In het ‘alternatief leesrooster’ van Advent 2022 stonden de vier vrouwen centraal die in de geslachtslijst van Jezus bij Mattheus voor komen. Op de vierde zondag werd ik voor de dienst in de Johanneskerk in Leersum uitgenodigd waarin over Tamar en Juda (Genesis 38) gelezen werd. Hierbij de uitleg voor deze dienst, waar ik o.a. gebruik maakte van de gedachten van Jonathan Sacks (in: Genesis) gebruik maakte.

I
De dienst van de vierde Adventszondag wil nog wel eens matig bezocht zijn: naar de kerstdiensten kijken we immers al uit, en er komen daarvoor nog drukke dagen aan.
(Of je benut de kans om de natuur in te gaan, en te gaan schaatsen op het Leersumse veld nu het kan.)
En dan heeft de vierde Advent, liturgisch gezien, ook nog een eigen kleur, eigenlijk een kyrie: Heer ontferm U!!
We zongen: God…scheur toch de wolken weg en kom.

Mogelijk beleeft u dat in uw eigen leven, of in dat van wie je lief zijn, dat u bidt dat het wolkendek in het leven open mag breken, dat we bevrijd worden, vrij gemaakt van wat ons belast.
Dat een zekere hopeloosheid of uitzichtsloosheid, of woede of melancholie je niet vast houden in deze dagen van december.
We beleven dat in deze Advent zeker in de winterse kou die nu in het oosten van Europa rond spookt en naar ons toewaait: in Oekraine en Rusland.
Vorige week zag ik op TV een fragment van soldaten-laarzen in een modderige loopgraaf. Dat is schokkend en je wordt er zo opnieuw bij bepaald: dat hadden we toch gehad?
De Eerste Wereldoorlog heeft toch allang laten zien dat dit tot een failliet van de mensheid leidt?

De Poolse dichteres Szymborska dichtte:
domheid is niet om te lachen, wijsheid is niet vrolijk
God had eigenlijk moeten geloven in de mens – goed en sterk,
maar goed en sterk zijn nog steeds twee mensen.
II
Hier lezen we vanmorgen een verhaal om gevoed te worden en getroost op weg naar het Kerstfeest.
Om goed, sterk en zwak samen te weten, dat we mogen vertrouwen op Gods aanraking in de Geest.
Voor kleine mensen is Hij bereikbaar.
In deze Adventstijd horen we verhalen die goed weer geven wat het is om mens te zijn.
Dat gaat via de weg van verhalen die niet verouderen, en ook niet weg gehouden moeten worden.
De waarheden over ons mens-zijn, zijn eenvoudigweg te diepzinnig om onmiddellijk en op het eerste gezicht begrepen te worden. Vertel ze keer op keer.
Ze gaan over vrouwen waarin, na de diepe nacht waarin zij moeten leven, het schemer en rood van de dageraad aan gaat breken.

Het centrale thema van Genesis is daarbij: Gods geschenk van vrijheid aan de mensheid.
Door aan de mensen zijn ‘beeld en gelijkenis’ te schenken, gaf God hun ook vrijheid.
Niet toevallig is Genesis ook een boek over familie.
De familie is de plaats waar wij leren samenleven.
Er is spanning, concurrentie; er zijn tegenslagen, maar er is ook liefde, verwantschap en trouw.
Later in de Bijbel lezen we hoe God onze vader is en wij zijn kinderen, Hij onze echtgenoot, wij zijn bruid.

Vanmorgen wordt een boekje open gedaan over de familie Juda. Een lekker stel, zou je kunnen zeggen.
Niet voor niets speelt daarbij de ontmoeting van Tamar en Juda zich af langs de weg naar Enaim.
En dan moet je weten dat Enaim: ‘opening van de ogen’ betekent.
Juda kijkt niet uit z’n doppen, maar wordt de ogen geopend. Komt tot inzicht, en het is Tamar die hem daartoe brengt, met alle risico van dien om gedood te worden…

Maar eerst het verhaal, dat begint met: Juda daalt af.
Hij verlaat dan de weg van God, zou je kunnen zeggen.
Hij gaat bij zijn broers weg na de verkoop van Jozef naar Egypte, daalt af naar Kanaän, en hij trouwt een Kanaanitische.
Uit deze relatie komen drie zonen.
Juda koos als vrouw voor de oudste zoon: Tamar, een vrouw die voor de hoorders uit de lucht komt vallen. Ze is waarschijnlijk ook een Kanaanitische.
De oudste zoon sterft, kort nadat hij met Tamar getrouwd is.

(Ter zijde: hij deed wat kwaad was in het oog van de Heer en de Heer doodde hem. Dat staat er nogal cru.
In de eerste plaats is het in het verhaal nodig dat hij sterft, en dat wordt beschreven zoals het er staat: zo zeiden ze dat in die tijd.
Soms lees je nu in onze vooral streng orthodoxe traditie nog weleens zoiets: de Heer heeft gegeven de Heer heeft genomen. Dat vertelt dat er zo tenminste nog mee te leven valt.)

Na de dood van de oudste zoon treedt (net als bij Ruth) het leviraatshuwelijk in werking.
Het draait daarin om wat we tegenwoordig een bijstandsregeling voor de minima noemen, de meest kwetsbare groep in de samenleving.
Onan, de tweede zoon, weigert dat. Hij wil geen gemeenschap met andermans leed. Hij wil niet voortleven onder de naam van zijn broer en daarom gaat hij ‘voor het zingen de kerk uit’.
Hij wil kinderen, zoals de doorsnee-mens dat wil: een voortzetting van zichzelf, iets eigens. Ben ik mijn broeders hoeder?
En dat vaderschap is hier onbruikbaar voor Gods toekomst. God wil geen mensen die louter van zichzelf uit gaan.

Twee zonen zijn voortijdig gestorven: Juda ziet de bui al hangen met deze vrouw. Hij is bijgelovig bang en stuurt haar weg: ‘ga terug naar waar je vandaan komt’.
Dit is dus waar hij wel ziet, maar geen inzicht heeft.
Hij is geroepen om de weg te wijzen, maar duwt de ander in een onzeker bestaan. Wacht maar tot Sela volwassen is!
Maar als dat zover is, laat Juda het afweten.
En deze zo diep vernederde Palestijnse moet dan Juda leren wat gerechtigheid is.
Zij gaat moedig en op creatieve wijze in hoger beroep.
Als Juda, die de rouwtijd, die bij het sterven van zijn vrouw hoort achter de rug heeft, is hij onderweg met een vriend, om te zien hoe zijn schapen het maken.
Onderweg ziet hij een vrouw met een sluier die zijn verlangen naar intimiteit opwekt: ik wil van je diensten gebruik maken.
Hij heeft ‘toevallig’ geen geld bij zich.. en zo duikt voor de derde keer in de genesisverhalen een geitenbok op.
Eerder bij de zegen van Izaäk door het bedrog van Jakob,
later bij het bedrog van Jakobs kinderen, die Jozefs jas in het bloed van een geitenbok dompelen.
En nu de belofte van Juda dat hij wel een geitenbokje zal sturen.
Tamar weet hoe het geheugen in zulke omstandigheden kan werken, en kent inmiddels Juda’s onbetrouwbaarheid.
Ze vraagt dan een onderpand: Juda’s zegelring en zijn staf. Kortom: de attributen die bij zijn identiteit en waardigheid horen.
Hij bedrijft vervolgens de liefde met haar zonder haar gezicht te zien.

Uit het vervolg blijkt dan de eeuwenoude dubbelheid van de moraal.
Als Tamar onvindbaar blijkt, laten Juda en zijn zaakwaarnemer de boel rusten. Die hoer heeft ordinair haar slag geslagen!
En door verder te blijven zoeken kan de zaak uitlekken en maakt Juda zich belachelijk..
Maanden later – het incident is alweer vergeten – hoort Juda dat Tamar in verwachting is. Hij noemt dat hoererij, waar hij als schoonvader niets mee te maken wil hebben.
Juda heeft haar nota bene zelf weg gestuurd, en zijn belofte van de inmiddels volwassen geworden derde zoon niet gehouden.
Hij geeft als schoonvader vervolgens bevel dat ze verbrand moet worden, en Tamar wordt opgebracht de stad uit.

En nu keert het verhaal ineens om… de moedige Tamar toont de verpletterende bewijsstukken.
Juda ziet dan in hoe hij dacht en spreekt hardop uit: zij is rechtvaardiger dan ik. Tamar is een tsaddik!
III
Het kind dat Tamar van Juda krijgt heet Peres (dat betekent: doorbreker). Maar vergis je niet, dat gaat niet vanzelf. Ook hij is er een van een tweeling. Zijn broer Zerach leek de eerste te worden, maar trok zin hand op het moment suprême terug. Waarmee de Bijbelse verteller opnieuw laat weten: de eersten zijn de laatsten, wie nakomt gaat voorop. Zij moeten zich niet haasten die leven van de hoop.
De moedige daad van Tamar wordt zo onvergetelijk: zij geeft leven tegen de verdrukking in, en voedt zo de hoop dat ‘goed en sterk’ toch samen kunnen gaan.
Hoop is: ergens voor werken omdat het goed is. Niet alleen omdat het kans van slagen heeft.
En dat mag ons troosten en moed geven: dat er niet alleen in de geslachtslijst van Jezus vrouwen voorkomen die voor het messiaanse, goede, leven gaan staan.
Maar dat die ook vandaag in tradities en culturen opstaan tegen onderdrukking en ver-ontrechting. In Iran bijvoorbeeld, in India of Pakistan, maar net zo goed in ons eigen land waar nog altijd achterstand en vormen van onderdrukking zijn.
Is dit voldoende in die culturen die van zichzelf uit niet kunnen en willen veranderen?
De Bijbel heeft voor deze Tamar gekozen. Een vrouw, een Kanaanietische weduwe, aan de uiterste rand van Israels volksgemeenschap.
Tamar heeft, net als Ruth, geen andere macht dan haar morele moed. Zo schrijft ze haar naam in de Joodse geschiedenis als rolmodel die het koningschap hebben voortgebracht: David.
En voor ons: Davids zoon, lang verwacht, die miljoenen eens heiligen zal…

En een man zoals Juda?
Juda zal ondanks zichzelf, maar dankzij het inzicht dat door Tamar in hem groeide, straks in Egypte aan Jozef de onder-farao beloven dat hijzelf onderpand zal zijn desnoods tot in de dood, als zijn broer Benjamin niet naar Egypte gaat komen.
Zo wordt ook hij een mens, zoals God die bedoeld heeft, en onmisbaar in de geslachtslijn die voor Jezus uitgaat.
Misschien zegt de Evangelist met de geslachtslijst van Jezus: zo kan het ook! Jezus gaat verder door in het spoor van getekende mensen, die vrij werden voor God en mensen, en zich moedig om durfden te keren.

de Bijbelse droomgestalte

De schilder Chagall heeft in de kerkramen van de Stephanskirche in Mainz daar iets van uitgedrukt:
tussen twee gestalten van David heeft hij de Bijbelse droomgestalte uitgebeeld.
Het is de Messiaanse mens die leeft uit de Geest.
De vogel duif daalt op haar of hem neer.
Maria wordt zo bij de geboorteaankondiging nog wel eens uitgebeeld.
De verhoudingen veranderen in de familie, in de wereld, niet meteen, daar zijn ze te stug voor, maar de Geest heeft ze geraakt, en kracht en moed gegeven om de goede weg te zoeken en te gaan. Zoals een duif bij Jezus’ doop neerdaalt.

In de tijd dat Chagall deze afbeelding schiep was hij bezig met Psalm 128. Een Psalm over de mens zoals die bedoeld is,
ik lees hem uit ‘150 Psalmen vrij’ van Huub Oosterhuis


(Hou vol ieder die de weg van de Levende gaat tkj)
man, vrouw, hier geboren,
maar ook jij, vreemdeling, bijwoner
binnengesmokkeld meisje
aan de pooier verkocht

met zovelen als je hier bent: gezegend

Mannen, met je eigen handen verdien je je brood
vrouwen zwaar als druiventrossen –
je dochters wuivende palmen
je zonen olijftakken rondom je tafel

tel je zegeningen – wat is geluk?

Zo moge het zijn en duren
hier in het land waar je woont
in steden dorpen gehuchten
tot in de uithoeken van deze wereld.
Voor je buren en je buurt
zing vrede
voor je kindskinderen en hun geliefden
vrede op aarde, nu.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s